De lucht in!
Opstijgen
Voordat een zweefvliegtuig van de thermiek gebruik kan gaan maken heeft het eerst een basishoogte nodig. Door achter een motorvliegtuig gesleept te worden of door met een lier omhoog getrokken te worden (als een vlieger), kun je de basishoogte van een paar honderd meter bereiken. En dan hopen dat je snel een thermiekbel vindt die je verder mee omhoog neemt.
Lierstart
Aan de andere kant van het vliegveld, tegenover de startplaats, staat de lier. Tussen het zweefvliegtuig en de lier ligt een nylon kabel die wel een kilometer lang kan zijn. De lier is eigenlijk een grote spoel die met heel veel kracht de kabel met een snelheid van wel 100 km/u kan inrollen. De kabel wordt aan het zweefvliegtuig gehaakt en de vleugel wordt horizontaal gehouden. Met lichtseinen krijgt de lier het signaal om te starten. De kabel trekt eerst langzaam strak en dan ineens accelereer je in ongeveer 2 seconden naar een snelheid van meer dan 100 km/u. Je roteert de neus richting hemel en zo klimt het vliegtuig moeiteloos en in ongeveer een halve minuut naar circa 350 meter. Dan ontkoppelt de zweefvlieger en begint de zoektocht naar thermiek.
Sleepstart
Een start achter een motorvliegtuig noemen we een sleepstart. Het zweefvliegtuig wordt aan de sleepkabel van het motorvliegtuig gekoppeld. Als het motorvliegtuig gas geeft vertrekt de combinatie de lucht in. Tijdens de rustige klim maakt het sleepvliegtuig een aantal ruime bochten. Op de gewenste hoogte ontkoppelt de zweefvlieger en gaat de zweefvlucht van start.
